Bewind

Bewind is bedoeld voor meerderjarigen die hun financiële zaken niet behoorlijk (meer) zelf kunnen regelen, bijvoorbeeld door een geestelijke stoornis of door een verslaving. Ook personen die in de problemen (dreigen te) komen door verkwisting of schulden kunnen onder bewind worden gesteld. De bewindvoerder wordt door de rechter benoemd. De bewindvoerder kan een bekende van de betrokkene zijn, maar ook kan er een professionele bewindvoerder worden benoemd. De rechter kan 1 of 2 bewindvoerders benoemen.

Het bewind kan strekken over al de financiële zaken van de betrokkene of over een deel daarvan. In het laatste geval wordt gesproken over een beperkte bewindvoering.

Vrijblijvend contact

Wanneer gaat bewindvoering in?

De bewindvoering gaat in op de dag nadat de rechtbank de beschikking heeft verstuurd. In geval van schulden mag de rechter het bewind alleen voor een bepaalde tijd uitspreken. De bewindvoering stopt wanneer de rechter dit uitspreekt. De bewindvoering stopt vanzelf bij tijdelijk bewind, bij overlijden of als het bewind overgaat in curatele.

Nadat het bewind is uitgesproken blijft de betrokkene handelingsbekwaam, maar kan desondanks niet meer vrij over de goederen die onder de bewindvoering vallen beschikken. Doet hij dat toch, dan kunnen die handelingen in bepaalde gevallen worden teruggedraaid.

Tenzij de rechter anders beslist dient de bewindvoerder jaarlijks rekening en verantwoording aan de rechter af te leggen. Dit betekent dat de bewindvoerder een overzicht van het inkomen, de uitgaven, bezittingen, vorderingen en schulden van de betrokkene in het voorafgaande jaar aan de rechter moet sturen. De rechter controleert dat, en verleent indien hij akkoord is goedkeuring.

Vrijblijvend contact opnemen

Wie mogen bewind aanvragen?

De volgende personen of instellingen mogen een aanvraag tot bewind indienen:

  • de persoon voor wie het bewind is bedoeld (de betrokkene);
  • de echtgenoot of andere partner;
  • familieleden (bloedverwanten) tot in de 4e graad; dit zijn ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten;
  • degene die het gezag heeft. Bijvoorbeeld de voogd, als de betrokkene nog jonger is dan 18 jaar (minderjarig);
  • de curator of de mentor van de betrokkene;
  • de instelling die de betrokkene verzorgt of begeleidt;
  • de officier van justitie;
  • het college van burgemeester en wethouders van de woonplaats van de betrokkene. Het college kan bewind aanvragen als de betrokkene geld verspilt en/of in de problemen zit door schulden.

Wilt u meer informatie over dit onderwerp, neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Neem vrijblijvend contact op